29-12-2013 Wijzigingen per 1 januari 2014 op fiscaal- en arbeidsrechtelijk gebied
Veranderingen heffingskortingen
Werkbonus Met ingang van 1 januari 2014 is de werkbonus onderdeel van de loonheffingskorting. De werkbonus mag toegepast worden als de werknemer aan de volgende twee voorwaarden voldoet: – Hij geniet loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. – Hij is 60, 61, 62 of 63 jaar op 31 december 2013. De hoogte van de werkbonus hangt af van het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van de werknemer. Algemene heffingskorting Met ingang van 1 januari 2014 wordt de algemene heffingskorting in 3 jaarlijkse stappen afgebouwd. Voor 2014 is de algemene heffingskorting maximaal € 2.103 en minimaal € 1.366. De algemene heffingskorting wordt afgebouwd met 2% van het inkomen uit werk en woning als dit inkomen meer is dan € 19.645 per jaar, maar minder is dan € 56.495. Arbeidskorting De arbeidskorting voor lagere inkomens wordt in 2014 verhoogd en is maximaal € 2.097. Daarnaast wordt de arbeidskorting voor hogere inkomens verder afgebouwd. In 2014 wordt de arbeidskorting verminderd met 4% van het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking als dit inkomen meer is dan € 40.721 per jaar, maar minder is dan € 83.971. De arbeidskorting is € 367 als het inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking€ 83.971 of hoger is.
Van de wijzigingen in de Algemene- en Arbeidskorting zullen de inkomens tot ruwweg de grens van het modale inkomen profiteren in de zin dat er een stijging van het netto salaris zal zijn ten opzichte van 2013. Bij de hogere inkomens zal het netto salaris lager zijn.
Gebruikelijk loon
Het minimumbedrag van het gebruikelijk loon voor aandeelhouders met aanmerkelijk belang zal aangepast worden naar € 44.000,-
Werkkostenregeling
De invoering van de Werkkostenregeling is voorlopig met een jaar uitgesteld tot 2015.
Pensioenleeftijd omhoog naar 67 jaar
Met ingang van 1 januari 2014 gaat de pensioenleeftijd omhoog naar 67 jaar. De periode waarin werknemers een ouderdomspensioen van 70% van het laatst verdiende loon kunnen opbouwen, gaat daarmee ook omhoog: van 35 jaar naar 37 jaar. Door deze langere opbouwperiode gaat de maximale jaarlijkse pensioenopbouw omlaag: – Bij een eindloonregeling kan een werknemer per dienstjaar maximaal 1,9% van het pensioengevend loon aan ouderdomspensioen opbouwen. – Bij een middelloonregeling kan een werknemer per dienstjaar maximaal 2,15% van het pensioengevend loon aan ouderdomspensioen opbouwen. Dit betekent wellicht dat de pensioenregeling aangepast moet worden welke in eigen beheer worden uitgevoerd. Neem daarvoor contact op met uw pensioenverzekeraar.
AOW-leeftijd omhoog
De AOW-leeftijd is in 2014 65 jaar en 2 maanden.
Stamrechtvrijstelling vervalt
Per 1 januari 2014 vervalt de stamrechtvrijstelling. Er kan dan niet meer worden gekozen om een onbelaste ontslaguitkering te krijgen in de vorm van een stamrecht (aanspraak op periodieke uitkeringen). Een ontslaguitkering kan vanaf 2014 alleen nog toegekend worden in de vorm van een belaste uitkering.
80%-regeling
Om uitbetaling van het stamrecht te stimuleren, geldt in 2014 een bijzondere regeling. Als uw (ex-)werknemer in 2014 de volledige waarde in het economische verkeer van het stamrecht in één keer laat uitbetalen, is 80% van dit bedrag belast. Deze regeling geldt alleen voor stamrechten waarvan u de ontslaguitkering vóór 15 november 2013 hebt overgemaakt naar de professionele verzekeraar, stamrecht-bv of de uitvoerder van het bankspaarproduct.
Afschaffen afdrachtvermindering onderwijs
Per 1 januari 2014 vervalt de afdrachtvermindering onderwijs. Hiervoor in de plaats komt de Subsidieregeling praktijkleren van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Kijk voor meer informatie over de nieuwe subsidieregeling op www.rijksoverheid.nl . Wanneer u praktijkleerplaatsen of werkleerplaatsen biedt dan kunt u daarvoor subsidie aanvragen. Met de Subsidieregeling praktijkleren krijgt u een tegemoetkoming in de kosten voor de begeleiding van een leerling of student. U kunt voor deze regeling in aanmerking komen wanneer u begeleiding biedt aan VMBO-leerlingen die een leer-werktraject volgen, MBO-studenten die deelnemen aan een beroepsbegeleidende leerweg (bbl), HBO-studenten in de techniek (inclusief landbouw en natuurlijke omgeving), waarbij de opleiding bestaat uit leren en werken en Promovendi en technologisch ontwerpers in opleiding (toio’s). De aanvraag loopt per studiejaar. U kunt de aanvraag va 2 juni 2014 tot en met 15 september 2014 indienen bij het Agentschap NL.
Aanpassingen afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (s&o)
Per 1 januari 2014 worden de verrekeningsmogelijkheden voor de afdrachtvermindering S&O verruimd. Nu kunt u het bedrag van de afdrachtvermindering alleen verrekenen met de tijdvakken die vallen binnen de periode van de S&O-verklaring. Per 1 januari 2014 mag u het restant verrekenen met alle tijdvakken in het kalenderjaar waarin de S&O-verklaring geldig is. Per 1 januari 2014 mag u een S&O-verklaring aanvragen voor maximaal twaalf maanden per kalenderjaar. Dit was maximaal zes maanden.
Privégebruik auto
Voor het privégebruik van een personen- of bestelauto met een CO2-uitstoot van meer dan 50 gram per kilometer die in 2014 voor het eerst op naam zijn gesteld, gelden in 2014 de volgende bijtellingspercentages: Zeer zuinige auto’s: 14% bijtelling >50 – ≤88 (geen diesel) >50 – ≤85 (diesel) Zuinige auto’s: 20% bijtelling >88 – ≤117 (geen diesel) >85 – ≤111 (diesel) Overige auto’s: 25% bijtelling >117 (geen diesel) >111 (diesel) Deze percentages gelden niet als er sprake is van excessief privégebruik.
Voor auto’s zonder CO2-uitstoot (0 gram per kilometer) die in 2014 of 2015 voor het eerst op naam worden gesteld, geldt een bijtellingspercentage voor privégebruik van 4%. Dit percentage geldt 60 maanden vanaf de datum van eerste tenaamstelling, tenzij er sprake is van excessief privégebruik. Voor auto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 50 gram per kilometer die in 2014 of 2015 voor het eerst op naam worden gesteld, geldt een bijtellingspercentage voor privégebruik van 7%. Dit percentage geldt60 maanden vanaf de datum van eerste tenaamstelling, tenzij er sprake van excessief privégebruik.
Premiekorting voor jongere werknemer
Wanneer u tussen 1 januari 2014 en 31 december 2015 een werknemer in dienst neemt tussen de 18 en 27 jaar én die een WW- of bijstandsuitkering heeft kunt u voor een premiekorting in aanmerking komen. U moet hem minimaal een halfjaarcontract voor minimaal 32 uur per week geven. De premiekorting bedraagt € 3.500 per jaar. Voor jongeren die u aanneemt vanaf 1 januari 2014, ontvangt u de premiekorting vanaf 1 juli 2014. Van 1 juli 2014 tot 1 januari 2015 bedraagt de premiekorting dan € 1.750. U ontvangt de premiekorting maximaal 2 jaar. De wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen gaat officieel in per 1 juli 2014, maar geldt voor jongere werknemers die u vanaf 1 januari 2014 aanneemt. De regeling is tijdelijk en duurt tot 1 januari 2016. Let op! De ingangsdatum van deze (wets)wijziging is nog niet helemaal definitief. Er moet nog goedkeuring in door de Tweede en Eerste Kamer worden gegeven.
Modernisering Ziektewet
Door de Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (BeZaVa), ook bekend als de Modernisering Ziektewet, verandert de premie WW per 1 januari 2014. Verder wordt de gedifferentieerde premie WGA uitgebreid en verandert de naam in ‘gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk)’. De premie WW bestond in 2013 uit de volgende delen: – het deel voor het Algemeen werkloosheidsfonds (WW-Awf ) – het deel voor het sectorfonds (sectorpremie) of de Ufo-premie – het deel voor de kinderopvang – het deel voor de ZW en WGA Vanaf 1 januari 2014 bestaat de premie WW uit: – het deel voor de WW-Awf – het deel voor het sectorfonds of de Ufo-premie Het deel voor de kinderopvang en het deel voor de ZW en WGA gaan uit de premie WW. Deze delen zijn nu nog verwerkt in een opslag op de sectorpremie of Ufo-premie. Het deel voor de kinderopvang wordt onderdeel van de basispremie WAO/WIA. Het deel voor de ZW en WGA wordt onderdeel van de gedifferentieerde premie Whk.
Niet op tijd betalen van de loonheffingen wordt strafbaar
Als u opzettelijk niet, gedeeltelijk niet of niet op tijd de loonheffingen betaalt, kunt u een vergrijpboete krijgen. Bij fraude kan vanaf 2014 het (gedeeltelijk) niet of niet op tijd betalen worden gezien als een misdrijf. U kunt dan in plaats van een vergrijpboete een gevangenisstraf van maximaal 6 jaar krijgen, of een geldboete van € 78.000. Als het bedrag dat u niet of te laat betaalt, hoger is dan € 78.000, kan de boete maximaal 100% zijn van dat bedrag.
Arbeidsrecht
Werknemers met contracten voor bepaalde tijd worden vanaf 1 juli 2014 nog beter beschermd ten opzichte van de huidige situatie: Uw medewerker krijgt eerder een vast dienstverband. Volgen tijdelijke arbeidscontracten elkaar binnen 6 maanden (nu 3 maanden) op? Dan ontstaat na een periode van 2 jaar (nu 3 jaar) of bij een 4e contract een vast dienstverband (ketenbepaling). In tijdelijke contracten van maximaal 6 maanden mag u geen proeftijd opnemen. Dat geldt ook voor een aansluitend contract. In tijdelijke contracten mag u alleen bij bijzondere omstandigheden een concurrentiebeding opnemen. Hebt u medewerkers in dienst onder de 18 jaar? En werken zij maximaal 12 uur? Dan gelden de ketenbepaling en de transitievergoeding niet. Ook niet als u uw medewerkers ontslaat als ze inmiddels 18 jaar zijn. In de zorg worden nulurencontracten verboden.
De wijziging is onderdeel van de Wet werk en zekerheid en gaat naar verwachting in per 1 juli 2014. Let op! Deze datum is nog niet definitief. Er komt ook een overgangsregeling die bepaalt dat contracten die verlengd worden vóór 1 juli 2014 nog in totaal 3 jaar mogen duren alvorens de onbepaalde tijd in werking treedt.
In 2014 zullen voorbereidingen worden getroffen om per 2015 de Participatiewet in te voeren. De toetreding tot de Wajong wordt daarmee beperkt. De huidige Wajong-ers worden herbeoordeeld op basis van hun arbeidsvermogen. Wijzigingen in het ontslagrecht en de WW worden in 2014 verder in detail ingevuld. De aanpassingen worden geleidelijk in 2015 en 2016 ingevoerd. Zo zal de maximale duur van de WW naar twee jaar gaan en komt er één ontslagroute.