Op 1 januari 2015 moet het wetsvoorstel Werk en Zekerheid in werking treden. Het wetsvoorstel is ingediend bij de Tweede Kamer en geeft een duidelijk beeld van de hervormingen die gaan plaatsvinden. De werkgever zal zich moeten wenden tot het UWV of de kantonrechter, wat weer afhankelijk is van de reden voor het ontslag van de werknemer.
Wijzigingen per 1 juli 2015
Ontslagaanvragen om bedrijfseconomische redenen gaan via het UWV en ontslagaanvragen wegens persoonlijke redenen gaan via de kantonrechter.
Flexwerkers kunnen vanaf volgend jaar al na twee jaar een vast contract afdwingen. Langdurig gebruik van payrolling wordt aan banden gelegd en in de zorg helemaal verboden.
De uitkeringsduur van de WW-uitkering wordt met ingang van 1 januari 2016 geleidelijk verlaagd van maximaal 38 naar maximaal 24 maanden. In CAO’s mogen sociale partners een maximale duur van 38 maanden afspreken, maar zullen zelf de kosten hiervoor moeten dragen.
De maatregel dat uitkeringsgerechtigden in de WW al na zes maanden alle beschikbare arbeid moeten aanvaarden, gaat nu in per 1 juli 2015.
De huidige ontslagvergoeding wordt vervangen door een transitievergoeding. Werknemers hebben recht op deze vergoeding wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd via het UWV, heeft laten ontbinden door de kantonrechter of een tijdelijk contract niet verlengt na twee jaar dienstverband. De vergoeding moet gebruikt worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan.
Geen recht op transitievergoeding
Gaat een werknemer niet in op een aangeboden contractverlenging of wanneer het contract met wederzijds goedvinden is beëindigd heeft de werknemer geen recht op een transitievergoeding. Wel is het mogelijk om in een vaststellingsovereenkomst hierover afspraken te maken.
Is het ontslag van de werknemer het gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten dan hoeft de werkgever geen of een lagere transitievergoeding te betalen.
Hoogte transitievergoeding
De vergoeding bedraagt een derde maandsalaris per dienstjaar en een half maandsalaris per dienstjaar dat de werknemer langer dan 10 jaar in dienst is geweest. De maximale vergoeding is € 75.000,- of een jaarsalaris als dat hoger is.
Tot 2020 geldt een gunstige regeling voor ontslagen werknemers ouder dan 50 jaar met een dienstverband van 10 jaar of langer. Over het aantal jaren na hun vijftigste ontvangen zij een maandsalaris per dienstjaar. Deze gunstige regeling geldt echter niet voor werkgevers met minder dan 25 werknemers.