Draaideurcontstructie in het geding

In een kort geding heeft de rechter een opmerkelijke beslissing gedaan. Een werknemer werkte eerst via een uitzendbureau voor een werkgever en daarna  voor dezelfde werkgever op basis van 2 tijdelijke arbeidsovereenkomsten. De werkgever beëindigde de laatste arbeidsovereenkomst en aansluitend treedt de werknemer weer in dienst bij het uitzendbureau en blijft  voor de werkgever hetzelfde werk  doen. Op het moment dat het laatste contract bij het uitzendbureau eindigde, claimde de werknemer, een vast contract bij de werkgever.

Volgens de rechter is dit terecht, omdat  werkgever heeft gehandeld in strijd met de bedoeling van de wetgeving die maximaal 3 opvolgende arbeidsovereenkomsten toestaat. Hier was sprake van 4 overeenkomsten. Feitelijk is de betreffende werkgever de gehele periode (iets meer dan 3 jaar) materieel werkgever geweest.