1 oktober 2015 – Op 29 september jl. is het wetsvoorstel ‘Doorwerken na AOW-leeftijd’ aangenomen in de Eerste Kamer. Dit wetsvoorstel voorziet in maatregelen die bevorderen dat AOW-ers langer kunnen doorwerken.
Per 1 januari 2016 is het mogelijk om met deze werknemers 6 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aan te gaan gedurende een periode van 48 maanden. Voor de vaststelling van het aantal contracten of de maximale periode tellen alleen arbeidsovereenkomsten mee die zijn aangegaan na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. De opzegtermijn wordt 1 maand en het is voor werkgevers mogelijk om de arbeidsovereenkomst zonder toestemming van het UWV of de kantonrechter op te zeggen.
De loondoorbetalingsplicht voor werkgevers bij ziekte van AOW’ers gaat van 104 naar 13 weken. Ook de periode voor de re-integratieverplichtingen en het opzegverbod bij ziekte worden verkort naar 13 weken. In 2018 kan de overheid besluiten om de loondoorbetalingsperiode nog verder in te perken naar maximaal 6 weken. Heeft een werkgever op 31 december 2015 een zieke AOW’er in dienst, dan hoeft hij maximaal tot 1 september 2016 het loon bij ziekte door te betalen. Voor zover de periode van 104 weken niet eerder verstreken is. Een verzoek van een AOW-gerechtigde werknemer om zijn arbeidsduur uit te breiden, hoeft niet gehonoreerd te worden.
Eerdere maatregelen
Er zijn eerder al maatregelen genomen die betrekking hebben op de AOW-gerechtigde werknemer. Zo komen sinds 1 april 2014 AOW-gerechtigden bij toepassing van het afspiegelingsbeginsel als eerste in aanmerking voor ontslag. Deze regel geldt per 1 januari 2016 ook voor de publieke sector. Verder is per 1 juli 2015 in de Wet aanpak schijnconstructies geregeld dat u werknemers die AOW-gerechtigd zijn ook het wettelijk minimumloon moet betalen. Voorheen was deze groep nog uitgesloten van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.