17 september 2015 – De Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) is geïntroduceerd op Prinsjesdag. Hierin wordt het huidige systeem van premiekortingen vervangen door het loonkostenvoordeel (LKV) en lage-inkomensvoordeel (LIV). Deze voordelen werken anders dan de premiekorting: uw onderneming krijgt straks per werknemer een bedrag per uur.
De WTL bevat twee nieuwe voordelen. Wanneer het voorstel wordt aangenomen, wordt per 1 januari 2017 het lage-inkomensvoordeel (LIV) ingevoerd. Per 1 januari 2018 komt daar het loonkostenvoordeel (LKV) achteraan. De huidige bestaande premiekortingen komen dan te vervallen. Een onderneming kan nu nog korting op de premies werknemersverzekeringen ontvangen, straks kan de onderneming een vast bedrag per werknemer per uur ontvangen.
Arbeidsgehandicapte werknemers en oudere werknemers bedraagt de LKV € 3,05 per werknemer per uur met een maximum van € 6.000 per werknemer per jaar. Uw organisatie krijgt dit voordeel gedurende maximaal drie jaar. Als u een arbeidsgehandicapte werknemer herplaatst, heeft u één jaar recht op dit voordeel.
Werknemers die onder de doelgroep van de banenafspraak vallen, daarvoor bedraagt het LKV € 1,01 per werknemer per uur met een maximum van € 2.000 per werknemer per jaar. Dit voordeel krijgt u gedurende maximaal drie jaar.
Ook het LIV is een vast bedrag per werknemer per uur. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee groepen werknemers:
• Voor werknemers die tussen de 100% en 110% van het wettelijk minimumloon verdienen – dat is volgens het wetsvoorstel van € 9,90 tot en met € 10,88 per uur – bedraagt het voordeel € 1,01 per werknemer per uur met een maximum van € 2.000 per werknemer per jaar.
• Voor werknemers die tussen de 110% en 120% van het wettelijk minimumloon verdienen – dat is volgens het wetsvoorstel van € 10,89 tot en met € 11,87 per uur – bedraagt het voordeel € 0,51 per werknemer per uur met een maximum van € 1.000 per werknemer per jaar.